Min-uren moeten onbetaald worden ingehaald

Een Parochie heeft in het najaar van 2012 ongeveer 10 personeelsleden in dienst. Binnen de Parochie was een groep opgericht onder de naam “Klusgroep”. Hiervan kon men vrijwillig lid worden, hetgeen appellant ook heeft gedaan. Op enig moment is appellant op het dak van de kerk geklommen om onderzoek te doen met betrekking tot verlichting. De werkzaamheden zijn met medeweten en goedkeuring van de Parochie uitgevoerd. Appellant is van het dak gevallen en heeft hierdoor ernstig letsel opgelopen.

Appellant wil de Parochie aansprakelijk stellen voor de schade. In een deelgeschilprocedure is reeds geoordeeld dat de Parochie niet aansprakelijk is. Tussentijds is hoger beroep opengesteld.

Oordeel hof

Het hof is van oordeel dat gesproken kan worden van bedrijfsuitoefening (art. 7:658 lid 4 BW). Binnen de Parochie is een duidelijke structuur en is ook een zekere gezagsverhouding waar te nemen. Ook is de groep door de Parochie zelf opgericht. Ook verwerft de Parochie inkomsten door diensten te verlenen en onroerend goed te verhuren. Dit onroerend goed wordt indien nodig, door de klusgroep onderhouden. De werkzaamheden van de klusgroep kunnen hierdoor worden aangemerkt als werkzaamheden die vallen onder de uitoefening van het bedrijf. Ook valt het kerkgebouw onder het beheer en onderhoud, waardoor de werkzaamheden die appellant heeft verricht ook feitelijk tot de bedrijfsuitoefening behoren.

Er waren werknemers in dienst bij de Parochie die deze werkzaamheden hadden kunnen verrichten. De wet stelt niet dat deze werknemers de werkzaamheden dan dienen te verrichten. Wel valt appellant binnen het bereik van artikel 7:658 lid 4 BW. Appellant heeft gemotiveerd betwist dat het zou gaan om een eenvoudige en ongevaarlijke klus.

Het hof stelt dan ook dat de Parochie tekort is geschoten in haar zorgplicht. Er zijn geen veiligheidsinstructies of -maatregelen genomen. Er moet een bedrag van 50.000 euro aan appellant worden betaald als voorschot op de schade die appellant zal lijden. Appellant valt dus binnen het beschermingsbereik van artikel 7:658 lid 4 BW.

Kortom, het is dus van doorslaggevende betekenis dat de werkzaamheden waardoor een ongeval is ontstaan feitelijk tot de normale bedrijfsuitoefening van het bedrijf behoren. Ook ten aanzien van vrijwilligers kan een zorgplicht bestaan.

Klik hier voor de volledige uitspraak.

Silver Advocaten

Heeft u een vraag over de werkgeversaansprakelijkheid of een andere arbeidsrechtelijke vraag? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.

Wij staan voor u klaar

  • Wij laten niet los
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Stel ons uw vraag Laat ons u bellen