Werknemer is bij werkgever in dienst geweest voor ongeveer 16 jaar. Begin 2015 is de werknemer elders in dienst getreden. In april dat jaar heeft zijn werkgever aangegeven dat voorgaande jaren enorme voorraadverschillen waren aangetoond. De werkgever heeft werknemer beschuldigd van verduistering. De werknemer heeft de schuldbekentenis getekend. De werkgever gaf aan dan geen strafrechtelijke aangifte te doen. Daarin is afgesproken dat werknemer een bedrag moet terugbetalen aan de werkgever. Het bedrag is de waarde van de ontbrekende goederen. Werknemer stelt dat hij bij het ondertekenen onder druk is gezet en geen goederen heeft verduisterd. De werkgever stelt dat de werknemer 29.000 euro aan hem moet betalen. De werknemer heeft dit geweigerd.
De werkgever wil dat de werknemer een bedrag van 33.221,25 euro aan hem betaalt wegens verduistering in dienstbetrekking. De kantonrechter heeft deze vordering bij verstek toegewezen. De werkgever heeft loonbeslag gelegd op het loon bij de nieuwe werkgever.
De werknemer heeft verzet ingesteld en heeft gevorderd dat hij wordt ontheven van de uitgesproken veroordeling en dat de vorderingen van de werkgever worden afgewezen. De kantonrechter heeft het verstekvonnis bekrachtigd. De werknemer besluit in hoger beroep te gaan. De werknemer stelt dat de werkgever hem onder druk heeft gezet om de bekentenis te tekenen. Wanneer hij niet zou ondertekenen zou hij op zijn nieuwe werk worden gearresteerd. De werknemer zou hebben gezegd te tekenen maar daarmee geen schuld erkende.
De werkgever doet een beroep op de getekende schuldbekentenis en hetgeen hierover in art. 157 lid 2 Rv is bepaald. Deze stelling is volgens het hof niet juist. Verder neemt de werkgever geen concrete stellingen in ter onderbouwing van de verduistering. Zo is niet gebleken waaruit de handelingen die tot verduistering hebben geleid, zouden bestaan. De werknemer kan zodoende zich hier ook niet tegen verweren. Ook is niet gebleken hoe het gevorderde bedrag tot stand is gekomen. Het hof staat het de werkgever niet toe de als bewijsmateriaal aangeboden ordners alsnog in het geding te brengen. Ook zijn jaren waar positieve voorraadverschillen zijn, meegenomen in de berekening van de verduistering. Waarom de werkgever hiervoor heeft gekozen, is niet duidelijk.
Daarnaast heeft de werknemer voldoende betwist dat de werknemer de schuldbekentenis heeft ondertekend zonder de volledige inhoud van de hem daarbij aangeboden informatie te hebben gecontroleerd. De werknemer heeft ondertekend, maar niet bekend dat hij goederen heeft verduisterd.
Het hof zal het verstekvonnis vernietigen en de vorderingen van de werkgever alsnog afwijzen. De vordering van werknemer wordt toegewezen. De werkgever moet de schade betalen die werknemer heeft geleden door het onrechtmatig beslag op zijn loon.
Klik hier voor de volledige uitspraak.
Silver Advocaten
Indien u vragen heeft naar aanleiding van dit artikel, kunt u geheel vrijblijvend contact opnemen met een gespecialiseerde arbeidsrecht advocaat van Silver Advocaten B.V. te Waalwijk.
Wij staan voor u klaar
- Wij laten niet los
- 10+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant