Medewerkers van de HR-afdeling mogen niet zomaar in personeelsdossiers kijken

Een werkneemster werkt drie weken voor een bedrijf. Daarna is werkneemster ziek. Deze ziekte is wegens de zwangerschap. De beperkingen zullen toenemen naarmate de zwangerschap vordert. Er wordt een plan van aanpak opgesteld. Na 3 maanden kan werkneemster passende werkzaamheden uitvoeren.

Op enig moment komt werkneemster terug van zwangerschaps- en kolfverlof. In eerste instantie neemt werkneemster vijf, maar later vijftien uur ouderschapsverlof per week op. Ook heeft werkneemster recht op kolfverlof, waardoor ze een uur eerder start met werken.

De arbeidsovereenkomst is tweemaal verlengd. Na bijna een jaar na het zwangerschapsverlof wacht een onaangename mededeling op werkneemster: de arbeidsovereenkomst zal niet worden verlengd. Werkneemster is het niet eens met de handelswijze van werkgever. Volgens haar is sprake van verboden onderscheid. Zij heeft een eerder gesprek met haar manager opgenomen. Daar komt onder andere het zwangerschaps- en kolfverlof aan de orde. Volgens de manager zou werkneemster niet beschikken over de benodigde flexibiliteit, loyaliteit en de bereidheid om mee te denken over oplossingen. Dit zouden essentiële punten zijn voor iemand in de functie als regiobeheerder.

Bij de kantonrechter

Bij de kantonrechter verzoekt werkneemster een billijke vergoeding van ongeveer 170.000 euro. Volgens werkneemster heeft de werkgever ernstig verwijtbaar gehandeld. Daaraan legt werkneemster als reden ten grondslag dat zij wegens het gebruikmaken van haar wettelijke rechten geen mogelijkheid heeft gekregen tot een vast dienstverband.

Oordeel

Voor een niet-verlenging is niet vereist dat een reden wordt medegedeeld. Een werkgever kan zich wel schuldig maken aan ernstig verwijtbaar handelen als sprake is van discriminatie. In dat geval heeft de rechter de bevoegdheid om een billijke vergoeding toe te kennen (artikel 7:673 lid 9 sub b van het Burgerlijk Wetboek). Discriminatie wegens het geldend maken van rechten wegens zwangerschap, bevalling en moederschap moeten worden aangemerkt als een verboden onderscheid op basis van geslacht. De vraag is of hier in dit geval sprake van is.

Beoordeling

De kantonrechter stelt dat hier geen sprake is van discriminatie. Tijdens het gesprek met de manager is een ongelukkige uitspraak gedaan. Dit biedt echter te weinig grondslag om te kunnen spreken van een vermoeden van verboden onderscheid. Op het moment dat de werkgever is overgegaan op niet-verlening was werkneemster niet zwanger en genoot ook geen verlof. Ook het kolfverlof zou enkele dagen na het gesprek aan zijn einde zijn gekomen. Daarnaast heeft werkgever het dienstverband eerder voortgezet toen werkneemster wel zwangerschapsverlof en kolfverlof genoot. Het verzoek om een billijke vergoeding wordt afgewezen. Werkneemster wordt veroordeeld in de proceskosten.

Klik hier voor de volledige uitspraak.

Silver Advocaten

Heeft u een arbeidsrechtelijke vraag? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.

Wij staan voor u klaar

  • Wij laten niet los
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Stel ons uw vraag Laat ons u bellen