Sinds 2015 is werknemer in dienst bij werkgever. In december 2020 heeft werkgever aan werknemer een document getoond met het dringende verzoek dit document te ondertekenen. In het document stond een concurrentiebeding, relatiebeding en geheimhoudingsbeding opgenomen, inclusief boetes als deze bedingen zouden worden geschonden. Indien werknemer niet over zou gaan tot ondertekening, zou hij meteen kunnen vertrekken en zijn telefoon en sleutel moeten achterlaten.
Werknemer gaat naar huis; hij weigert te tekenen en de spullen in te leveren. Dezelfde dag is de telefoon van de betreffende werknemer afgesloten zodat de simkaart niet langer kan worden gebruikt. Toen werknemer de volgende ochtend op het werk verscheen, was zijn computer verdwenen.
Werkgever heeft werknemer nogmaals verzocht de telefoon en sleutels te overhandigen en geen contact met collega’s of klanten te hebben. Werkgever heeft een voorstel gedaan om de arbeidsovereenkomst te beëindigen. Er is nog niets overeengekomen tussen partijen.
Werknemer is vervolgens op 12 februari 2021 ontslagen. Ondanks dat meermaals werd verzocht de informatie uit de zakelijke e-mails te overleggen, bleef werknemer weigeren. Op 16 februari 2021 wordt werknemer wederom ontslagen (voor zover vereist). Dit keer zou werknemer de inhoud van de bedrijfstelefoon te hebben gewist, ondanks hem meermaals was aangedrongen om dit niet te doen.
Werknemer legt zich neer bij het einde van het dienstverband, maar is het niet eens met de manier waarop werkgever te werk is gegaan. Daarom wordt verzocht om een wettelijke transitievergoeding, gefixeerde schadevergoeding en billijke vergoeding.
Oordeel kantonrechter
De handelswijze van werkgever is aanleiding geweest van het ontstaan van deze situatie. Volgens de kantonrechter is het eerste ontslag niet terecht, omdat geen sprake is van een dringende reden. De kantonrechter stelt dat doorsturen van zakelijke e-mails naar een privé mailadres niet als dringende reden kan worden aangemerkt. Ook het tweede ontslag kan geen stand houden, nu het ontslag op staande voet niet onverwijld is gegeven. Ook betwijfeld de kantonrechter of bij het tweede ontslag gesproken kan worden van een dringende reden.
Daarom heeft de kantonrechter geoordeeld dat aan werknemer een toekenning transitievergoeding, gefixeerde schadevergoeding en billijke vergoeding ter hoogte van 15.000 euro moet betalen.
Klik hier voor de volledige uitspraak.
Silver Advocaten
Heeft u een vraag over ontslag op staande voet of een andere arbeidsrechtelijke vraag? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.
Wij staan voor u klaar
- Wij laten niet los
- 10+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant