Studiekostenbeding voldoet niet aan criteria

Werkneemster is een nagelstyliste en wil bij een nagelstudio in dienst treden. Voordat zij in dienst kan treden, moeten er eerst opleidingsmodules worden gevolgd. Daarom hebben partijen een studiekostenbeding opgesteld. Voordat de laatste module daadwerkelijk door werkneemster is voltooid, treedt zij alvast bij werkgever in dienst. Er wordt in de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd een terugbetalingsverplichting overeengekomen van de volledige opleidingskosten (100% terugbetaling). Daarin is bepaald dat indien de arbeidsovereenkomst binnen 1 jaar wordt beëindigd op initiatief van werknemer, de opleidingskosten moeten worden terugbetaald. De kosten bestaan uit de drie modules te weten: Manicure met Gellak, pedicure met gellak, Dipping versteviging. Het gaat om een totaalbedrag van 1903 euro.

Even nadat werkneemster bij werkgever in dienst is getreden, heeft zij ontslag genomen. Via een WhatsApp bericht heeft zij laten weten per direct te willen stoppen. Werkgever is over gegaan tot verrekening van alle kosten van de opleiding en materiaal met het nog te betalen salaris van werkneemster. Werkgever heeft een factuur aan werkneemster verstuurd met een bedrag van bijna 1400 euro dat zij nog aan hen verschuldigd zou zijn en dat zij nog recht heeft op 800 euro aan salaris.

Oordeel kantonrechter

In de procedure bij de kantonrechter vordert werkneemster betaling van salaris en vordert werkgever dat de volledige opleidingskosten worden terugbetaald. In de arbeidsovereenkomst en in de opleidingsregeling is een studiekostenbeding opgenomen. Een studiekostenbeding is niet bij de wet geregeld. Uit de rechtspraak blijkt dat in een dergelijk beding ook beperkingen kunnen worden gesteld.

Een beding moet voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • Een terugbetalingsplicht moet naar evenredigheid worden verminderd na afronding van de opleiding (een glijdende schaal);
  • De terugbetalingsregeling moet duidelijk uiteen zijn gezet aan de werknemer;
  • Onder bepaalde omstandigheden kan de werkgever naar redelijkheid en billijkheid geen beroep doen op het beding.

Bijzondere wettelijke bepalingen kunnen grenzen stellen aan de afspraken tussen partijen, zoals de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. Daarnaast moet worden gekeken of het gaat om een contract voor bepaalde en onbepaalde tijd. Als sprake is van een beding in een overeenkomst voor bepaalde tijd dan is de kans op nadelige effecten groter. Van een goed werkgever mag worden verwacht dat de werknemer expliciet op de nadelige effecten van het beding wordt gewezen.

Het studiekostenbeding zoals deze tussen partijen is overeengekomen, voldoet niet aan de voorwaarden. Er is in het beding geen glijdende schaal opgenomen. De terugbetalingsverplichting moet naar evenredigheid worden verminderd naarmate de arbeidsovereenkomst voortduurt. Ook is in dit beding geen rekening gehouden met de bepalingen in de Wet Minimumloon. Het studiekostenbeding voldoet niet aan de eisen.

Klik hier voor de volledige uitspraak.

Silver Advocaten

Heeft u een vraag over een beding in de overeenkomst of een andere arbeidsrechtelijke vraag? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.

Wij staan voor u klaar

  • Wij laten niet los
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Stel ons uw vraag Laat ons u bellen