Is detentie een reden voor ontslag op staande voet?

Het gaat slecht in de sector waarin werkgever zich begeeft. In april 2020 wordt dan ook een e-mail gestuurd naar alle medewerkers dat het bedrijf ‘aan het overleven is’ en dat rekening moet worden gehouden met ‘impopulaire maatregelen’. Er staan banen op de tocht, aangezien afdeling HR kan helpen met het schrijven van sollicitatiebrieven en het opstellen van cv’s.

Drie weken na deze mail, wordt er wederom een bericht verstuurd met de mededeling dat tijdelijke contracten niet zullen worden verlengd en dat de medewerkers alvast om zich heen moeten kijken naar ander werk.

Werknemer vindt andere baan

Een werknemer wil op enig moment overstappen naar een concurrent van werkgever. Hij heeft een andere baan gevonden, nadat werd geïnstrueerd dat moest worden gekeken naar andere opties. Werknemer heeft schriftelijk zijn ontslag ingediend en houdt rekening met een maand opzegtermijn.

Werkgever heeft het verzoek om ontslag van de werknemer geaccepteerd. Werkgever stelt dat werknemer gebonden is aan het concurrentiebeding, zeker gezien het feit dat werknemer lid is van de OR en daarom over bedrijfsgevoelige informatie beschikt. In het getekende concurrentiebeding staat immers dat het een jaar lang verboden is om bij een onderneming aan de slag te gaan, die dezelfde diensten aanbiedt als de huidige werkgever. Indien het beding wordt overtreden, dan is een boete verschuldigd van 5.000 euro per overtreding.

Schadeloosstelling

Werknemer besluit naar de rechter te stappen om de werking van het concurrentiebeding uit te schakelen. Werknemer wil zo snel mogelijk aan de slag bij de nieuwe werkgever. Werknemer vraagt daarnaast schadeloosstelling van het salaris dat hij misloopt nu hij niet bij de concurrent werkgever aan de slag kan.

Werknemer stelt zich op het standpunt dat het onder deze omstandigheden onredelijk is dat hij aan het concurrentiebeding wordt gehouden. Door de crisis bestaat er immers geen zekerheid meer op een baan. Daarom is hij gedwongen opzoek gegaan naar een andere baan. Volgens werknemer weegt zijn belang zwaarder dan het belang van werkgever. Hij werkte niet in een commerciële functie en had geen informatie over bijzondere (strategische) kennis van de activiteiten.

Werkgever ontkent dat het concurrentiebeding onredelijk zwaarder zou drukken. De werknemer is ervaren en is een OR-lid. Daarom zou hij alles weten over het bedrijf. Hij kent de routes, maar ook financiële cijfers, toekomstplannen en mogelijke samenwerkingen. Werkgever stelt dat werknemer overal mag gaan werken, met uitzondering van de drie grootste concurrenten. De nieuwe werkgever van werknemer valt onder die drie grootste concurrenten. Ook zou werknemer een flapuit zijn; eerder is al meermaals de geheimhoudingsplicht geschonden.

Oordeel kantonrechter

De rechter is het niet eens met de uitspraak van werkgever. De rechter ziet geen aanknopingspunten waarom de werknemer aan zijn concurrentiebeding moet worden gehouden. Met een concurrentiebeding kan niet zomaar iedere beperking worden gerealiseerd. De rechter komt tot het oordeel dat onvoldoende is bewezen dat de werkgever in zijn belangen wordt geschaad, indien werknemer bij de concurrent aan de slag gaat.

Daarnaast heeft werknemer ook een groot belang bij zekerheid over een baan en inkomen. Er wordt door werkgever in e-mails aangedrongen om opzoek te gaan naar ander werk. De rechter schorst het concurrentiebeding.

Klik hier voor de volledige uitspraak.

Silver Advocaten

Heeft u een vraag over een concurrentiebeding of een andere arbeidsrechtelijke vraag? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.

Wesley_van_Elven

Wij staan voor u klaar

  • Wij laten niet los
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Stel ons uw vraag Laat ons u bellen