Loonvordering wordt afgewezen wegens vervalste arbeidsovereenkomst

Gedaagde 2, eiseres 2 en eiseres 3 (drie bv’s) hebben Eiseres 1 opgericht. De drie bv’s hebben ieder 500 aandelen in Eiseres 1. Eiseres 1 houdt zich bezig met werkzaamheden in het goederenvervoer. De werkzaamheden kunnen wereldwijd plaatsvinden. Een van de drie bv’s is algemeen directeur, enig aandeelhouder en zelfstandig bevoegd bestuurder van een van de andere bv’s.

Op enig moment is bestuurder uitgenodigd om bij de AVA aanwezig te zijn. Tijdens de AVA zou onder andere het schorsen en ontslaan van de bestuurder aan de orde komen. Daarnaast zouden de beëindiging en de ontbinding van de onderneming worden besproken. De AVA heeft uiteindelijk niet plaatsgevonden.

Twee weken later hebben gesprekken plaatsgevonden tussen aandeelhouders en de accountant. Tijdens het gesprek zijn afspraken gemaakt over de beëindiging. Bestuurder kon zich niet vinden in beëindiging van de onderneming, nu hijzelf met andere partijen de onderneming zou willen voortzetten. In dat kader zou hij graag de mogelijkheden bekijken. Partijen hebben geen overeenstemming bereikt over de verschillende voornemens.

Drie maanden na de gesprekken met de aandeelhouders heeft een AVA plaatsgevonden. Opnieuw zou de ontbinding van de onderneming worden besproken. Het is niet tot een ontbinding gekomen aangezien een bestuurder tegen ontbinding stemde. Daarom is geen ¾ meerderheid van de stemmen bereikt. Tijdens de AVA is ook gesproken over het schorsen en ontslaan van de bestuurder. Hierover is overeenstemming bereikt. Bestuurder is dan ook per direct ontslagen.

Vordering

De onderneming wil realiseren dat de overeenkomst wordt nageleefd. Daarom moet de bestuurder volledige en onvoorwaardelijke medewerking verlenen aan de ontbinding. Bestuurder stelt dat sprake is van een arbeidsovereenkomst in plaats van een managementovereenkomst. Daarom vordert de bestuurder betaling van het salaris.

Oordeel kantonrechter

De kantonrechter moet zich buigen over de vraag of sprake is van een arbeidsovereenkomst (de kwalificatievraag aan de hand van artikel 7:610 BW). De Hoge raad heeft in 2020 geoordeeld dat de bedoeling van partijen geen rol speelt. Er kan gesproken worden van een arbeidsovereenkomst indien: sprake is van een arbeidsovereenkomst als er gedurende zekere tijd (i) arbeid wordt verricht waarvoor (ii) loon wordt betaald en (iii) een gezagsverhouding aanwezig is.

De bestuurder heeft onvoldoende onderbouwd dat sprake zou zijn van een arbeidsovereenkomst. Daarnaast is nog sprake geweest van enige afdracht van loonheffing of sociale premies. Er is nooit vakantiegeld dan wel vakantiedagen uitbetaald of opgenomen en loonstroken zijn ook nooit opgesteld.

In gevallen dat een rechtspersonen als bestuurder optreedt, kan volgens rechtspraak worden aangenomen dat sprake is van een overeenkomst van opdracht (managementovereenkomst). De vorderingen van bestuurder worden afgewezen. De vordering van de onderneming worden voor een groot deel toegewezen.

Klik hier voor de volledige uitspraak.

Silver Advocaten

Heeft u een vraag over ontbinding van de arbeidsovereenkomst of een andere arbeidsrechtelijke vraag? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.

Wij staan voor u klaar

  • Wij laten niet los
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Stel ons uw vraag Laat ons u bellen