Het maken van racistische grappen wordt gevolgd door een ontslag op staande voet

Op 8 maart 2020 meldt een werknemer zich af voor zijn werk. Zijn zoontje was ziek en kon daardoor niet naar de opvang. Ook zijn chronisch zieke vrouw vertoonde op enig moment coronaverschijnselen. Op advies van de huisarts en het ziekenhuis is het gezin in quarantaine gegaan. De week daarop vertoonde de werknemer zelf klachten, die een week hebben geduurd.

De werkgever was het niet eens met de ziekmelding van de werknemer, nu het ging om een oppasprobleem voor het zoontje. Hiervoor had de werknemer eventueel onbetaald verlof kunnen opnemen. De werkgever heeft een officiële waarschuwing gegeven, gevolgd door een loonstop. Uiteindelijk heeft de werkgever de werknemer op staande voet ontslagen.

De werknemer is het niet eens met het ontslag en stapt naar de rechter. De werknemer verzoekt primair dat het ontslag wordt vernietigd en dat de werkgever wordt veroordeeld het loon door te betalen.

De kantonrechter stelt dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is gegeven. Uit de stukken die zijn aangevoerd blijkt dat sprake is van een jarenlange samenwerking en onderlinge betrokkenheid. Het betreft een goede werknemer, met een moeilijke en kwetsbare thuissituatie. De werkgever is de afgelopen jaren betrokken geweest en heeft zoveel mogelijk begrip getoond voor de situatie.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat beide partijen anders hadden kunnen en moeten reageren op het voorval. Door samenloop van omstandigheden willen beide partijen niet verder met elkaar en is dit ook onmogelijk.

Het kan de werknemer niet worden verweten dat hij tijdelijk niet op het werk kon en wilde zijn. Dit hangt samen met de onduidelijke situatie van toenemende corona-besmettingen en maatregelen, maar ook de gezondheid van zijn vrouw en kind. Daarnaast heeft hij ook zelf een korte periode klachten gehad. Het overheidsadvies was dan ook om zoveel mogelijk thuis te werken en thuis te blijven, indien huisgenoten klachten hebben. Ook de huisarts en het ziekenhuis hebben geadviseerd thuis te blijven.

Wel had de werknemer inspanning moeten leveren om de situatie op te lossen. In dat geval zouden niet alle gevolgen voor rekening van de werkgever zijn gekomen. De werknemer had continu moeten communiceren en de situatie en mogelijke oplossingen moeten bespreken. Dit heeft in onvoldoende mate plaatsgevonden.

De werkgever heeft ook niet gehandeld zoals mag worden verwacht van een goed werkgever. De maatregelen die zijn ingesteld, waren op dat moment niet passend. Met de waarschuwing wilde de werkgever de werknemer aan het werk krijgen. Er is geen dringende reden voor een ontslag op staande voet, ondanks de werknemer met de ziekmelding anders had moeten handelen. Dit is niet aan te merken als verwijtbaar handelen.

De kantonrechter vernietigt het ontslag op staande voet. Daarnaast zou de loonstop ook niet terecht zijn ingezet. Niet kan worden gesteld dat de werknemer ongeoorloofd afwezig is geweest. De vordering van de werknemer wordt toegewezen: loondoorbetaling en vakantietoeslag. De werkgever moet de inhoudingen op het loon aan de werknemer terugbetalen.

Partijen hebben verklaard dat zij niet met elkaar verder willen en kunnen. Er moet gesproken worden van een verstoorde arbeidsverhouding. De kantonrechter gaat over op ontbinding op grond van de g-grond en kent een transitievergoeding toe.

Klik hier voor de volledige uitspraak.

Silver Advocaten

Heeft u een arbeidsrechtelijke vraag? Neem dan contact met ons op. Wij helpen u graag.

Wij staan voor u klaar

  • Wij laten niet los
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Stel ons uw vraag Laat ons u bellen