E-grond hoeft geen laatste redmiddel te zijn aldus de Hoge Raad

Werknemer is bij ABN in dienst getreden. De laatste functie van werknemer was als first vice president international private banking. Werknemer is in november 1997 met de VUT gegaan. Werknemer had in 1994 gevraagd of hij van de VUT-regeling gebruik kon maken, aangezien hij geestelijk achteruit ging. De werkgever had toen het verzoek afgewezen.

In 1996 valt werknemer uit wegens ziekte. Uit een medisch rapport, dat een psychiater en een psycholoog hebben opgesteld, blijkt dat werknemer ernstige signalen vertoond, die wijzen op een atypische stressreactie, verergering van migraine en hartritmestoornissen, krampaanvallen en huidafwijkingen. Als oorzaak valt de werksituatie aan te wijzen. Naar aanleiding van dit medisch rapport stelt werknemer dat de arbeidsongeschiktheid een gevolg is van de slechte werkomstandigheden. Zo zou er sprake zijn van een te zware werkbelasting en een slecht functionerende directeur. Werknemer vordert schadevergoeding wegens schending van artikel 7:658 BW.

Oordeel kantonrechter

De kantonrechter heeft de vordering van werknemer afgewezen. Er is onvoldoende aangetoond dat de arbeidsongeschiktheid aan de werkgever te wijten is. Volgens de kantonrechter is sprake van een oudere werknemer die moeilijk mee kan met veranderingen in de organisatie.

Oordeel hof

Het hof is van oordeel dat de werkgever wel aansprakelijk is. Het management heeft de touwtjes aangetrokken toen er klachten ontstonden. Het doel was om hiermee commerciëler en proactiever te werken. Het verloop binnen de organisatie was 25% hoger dan normaal. Volgens het hof moet op grond hiervan worden aangenomen dat werknemer arbeidsongeschikt is geworden. Werknemer was genoodzaakt daardoor eerder met de VUT te gaan. Hierdoor heeft werknemer schade geleden. Werkgever moet aansprakelijk worden gehouden voor de schade, aangezien zij niet heeft kunnen aantonen dat zij aan haar zorgplicht heeft voldaan.

Oordeel Hoge Raad

De Hoge Raad merkt op dat de tekst van artikel 7:658 BW niet een dusdanige beperkte uitleg van schade hanteert, dat alleen fysieke schade hieronder valt. Het gaat erom dat de werkgever de regie heeft met betrekking tot het bepalen van de plaats, de omstandigheden en hulpmiddelen. Dat de werkomstandigheden een psychische ziekte opleveren, maakt die opvatting niet anders. Wat bij de een in een lichamelijke klacht uitmondt, zal bij de ander zijn psychisch welzijn beïnvloeden.

Om van een schending van artikel 7:658 BW te kunnen spreken, moet wel sprake zijn van een schending van de norm die in de bepaling is genoemd en risico’s die nauw in verband staan met het werk en de werkomgeving. Er moet een causaal verband bestaan tussen de werkzaamheden en de schade.

Volgens de Hoge Raad had het hof meer aandacht moeten besteden aan de stellingen, (a) dat er sprake was van reeds bestaande medische klachten, (b) dat werknemer mede gezien zijn leeftijd, de druk van de werkzaamheden minder goed aankon en dat in overleg met hem een passende oplossing is gevonden in vervroegde pensionering, en (c) dat werknemer vervolgens op eigen initiatief en uit vrije wil zijn dienstverband heeft beëindigd. Dit zou ertoe kunnen leiden dat werkgever niet tekort is geschoten in zijn zorgplicht.

Essentie

Een werkgever kan aansprakelijk worden gehouden voor psychische schade van zijn werknemer. Er moet dan een causaal verband zijn tussen de werkzaamheden en de schade. Een werkgever kan ontkomen aan de aansprakelijkheid door aan te tonen dat hij heeft voldaan aan de zorgplicht.

Klik hier voor de volledige uitspraak.

Silver Advocaten

Heeft u een vraag over de werkgeversaansprakelijkheid of een andere arbeidsrechtelijke vraag? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.

Lenie Spoor

Wij staan voor u klaar

  • Wij laten niet los
  • 10+ jaar ervaring
  • Eerlijk en transparant
Stel ons uw vraag Laat ons u bellen