Een onderhoudsbedrijf heeft twee projectleiders in dienst. Zij leveren diensten aan diverse woningcorporaties. Om onderhoudswerkzaamheden te verrichten, leggen de projectleiders contact met onderaannemers. Op enig moment denkt werkgever dat de werknemers zich bezighouden met frauduleuze handelingen. Daarom wordt een bureau ingeschakeld die onderzoek doet naar de fraude. De werknemers worden door werkgever uitgenodigd om op gesprek te komen om het een en ander te bespreken.
Er is vast komen te staan dat de projectleiders nauw contact hielden met de onderaannemers. Een voetbalclub werd voor tienduizenden euro’s gesponsord, ook werden er iPhones en een Apple Watch uitgewisseld. Daarnaast zijn er rekening ingediend voor werkzaamheden die niet werden uitgevoerd. Dit gaf een rooskleuriger beeld van de omzet. De andere projectleider liet zijn eigen huis en dat van een familielid verbouwen. Er werden ook mobiele telefoons, waterontharders en airco’s aangenomen.
Al deze gunsten en diensten werden door werkgever betaald of door de woningcorporaties waarvoor het bedrijf van werkgever werkt. Er werd een soort codetaal gebruikt om te communiceren. Zij spraken over het opzettelijk verhogen van rekeningen voor de woningbouwcorporatie zonder dat er daadwerkelijk werkzaamheden of kosten tegenover stonden.
De twee werknemers worden op staande voet ontslagen. Het tweetal heeft zich schuldig gemaakt aan het op een creatieve manier binnenhalen van gunsten en giften van onderaannemers. De projectleiders zijn het niet eens met het ontslag op staande voet. Zij voeren aan dat deze manier van handelen binnen de bedrijfscultuur van het bedrijf past. Werkgever eist een schadevergoeding van de werknemers. Het gaat om een bedrag van 1,6 miljoen resp. bijna 200.000 euro.
Verzoek
Werknemers hebben verklaringen afgelegd over de handelswijze. De handelswijze zou passen binnen de bedrijfscultuur. Onder al het personeel zou 60% op deze manier te werk gaan. Ook hebben de werknemers allebei het rapport van het onderzoeksbureau ondertekend. Toch stelt het tweetal zich op het standpunt dat een ontslag op staande voet een te ingrijpend middel zou zijn. Daarom verzoeken zij dat het ontslag ongedaan wordt gemaakt. Indien de rechter zal oordelen dat het ontslag op staande voet terecht was, verzoeken zij om een transitievergoeding.
Oordeel
De kantonrechter komt tot het oordeel dat de werkgever beide werknemers terecht op staande voet heeft ontslagen. Beide werknemers hebben de verplichtingen als goed werknemer grovelijk geschonden. Het verweer van de projectleiders slaagt niet. De kantonrechter ziet geen bewijs dat de zelfverrijking inderdaad tot de bedrijfscultuur zou horen. Het feit dat meer dan de helft van het personeel aan zelfverrijking zou doen, maakt niet dat het handelen van de projectleiders door de vingers kan worden gezien. Daarnaast is het onwaarschijnlijk dat werkgever dergelijk handelen gedoogd.
Het ontslag houdt verband met het ernstig verwijtbaar handelen van werknemers zelf. Daarom bestaat er geen recht op transitievergoeding. Werkgever heeft aanspraak gemaakt op een schadevergoeding, die in een andere procedure wordt behandeld.
Klik hier voor de eerste en hier voor de tweede uitspraak.
Silver Advocaten
Heeft u een vraag over ontslag op staande voet of een andere arbeidsrechtelijke vraag? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.
Wij staan voor u klaar
- Wij laten niet los
- 10+ jaar ervaring
- Eerlijk en transparant